“Doubt is not a pleasant condition, but certainty is an absurd one.”
— Voltaire
Donald Trump’s Golden Shower. Zou het echt gebeurd zijn? Je kunt de meningen aan beide kanten van het politieke spectrum wel raden. Feit is, zolang er geen videobeelden beschikbaar zijn voor het publieke domein, blijft de informatie uit het rapport van de intelligentiediensten slechts ‘intelligentie’ en is het geen feitelijk bewijs. Vanwege de meervoudige persoonlijkheidsaspecten van President Donald J Trump die tijdens de verkiezingscampagne aan het licht zijn gekomen geloof ik graag dat het echt gebeurd is. In acht dient te worden genomen is dat mijn vooroordeel is dat ik mij ideologisch aan de andere kant van het politieke spectrum bevindt dan President Trump; ik ben geprogrammeerd om te denken dat The Donald Golden Showers van prostituees bestelt. Dit in tegenstelling tot President Trump’s aanhangers die het rapport zullen zien als de verdere politisering van het overheidsapparaat onder President Barack Obama.
De verdeeldheid in meningen over het nieuws is een symptoom van extreme politieke verdeeldheid in onze maatschappij. Ongeacht de aan te wijzen feiten is 80% van de Nederlanders voorstander voor het behoud van Zwarte Piet. Ieder verzet hiertegen is een gevecht stroomopwaarts tegen de positieve ervaring die Nederlanders met de traditie hebben, hoe onze vaderlandse geschiedenis wordt ervaren en ook de ervaring die men heeft met het huidige Nederlanderschap. De feitelijke cijfers die de mate aantonen hoe het met het land staat met betrekking tot inkomen, werkloosheid, ook de mate van “geluk” dat men ervaart doen er in politieke discussies nauwelijks nog toe. Immers is in Nederland een versplintering van de “De Nederlandse Ervaring” gaande.
“De Nederlandse Ervaring” is niet voor iedereen een even aangename beleving; of ik het nu heb over de eerste migranten van een onafhankelijk Suriname die versteld stonden van de historische nalatigheid over het slavernij-verleden in Nederland; of, recent, het verhaal de Marokkaanse jongen die zelfs na 200 sollicitaties niet aan het werk kan. Ook hier mag de autochtone Nederlander niet worden vergeten voor wie het begrip multiculturalisme in Nederland slechts een verdoezelend woord is voor de desintegratie van Nieuwe Nederlanders met een islamitische achtergrond en de effecten van diens isolement in de samenleving als een negatief gegeven beschouwen.
Nederland is een moeilijk te vatten land, want het kent vele gezichten. En niet alleen als het gaat om identiteit. Meningen aan de politieke kanten van centrum-links en centrum-rechts zullen het met elkaar eens zijn dat vier jaar Paars (2012 – 2016) zowel zijn goede momenten alsook zijn slechte momenten kende. Nederland klom eindelijk uit de crisis en dat is onder anderen te merken aan de hogere omzetten in de horeca. Kortom, een groot deel van de Nederlanders heeft weer geld te besteden, zeker in vergelijking tot andere EU – landen. Wat echter niet vergeten mag worden is dat wij 900,000 landgenoten hebben van wie 67% honger zouden lijden als de voedselbanken geen donaties zouden krijgen. De (soms particuliere) voedselbanken in Nederland hebben als rol aangenomen het bestrijden van armoede. Dat de overheid zich terug zou trekken als beschermer van de zwakkeren is daarmee een accurate observatie en niet een socialistisch statement dienend als politiek pamflet zoals de centrumpartijen soms beweren. Juist het afzijdig doen van de feiten en slechts het promoten van cijfers die in het voordeel van het huidige kabinet werken, werken het cynisme jegens onze politieke leiders in de hand. Diens vertellingen die alleen voor een gedeelte van de Nederlandse bevolking opgaan worden beloond met politieke tegenstand die heil kunnen vinden in een stem die opkomt voor de “onderdrukte” feiten en meningen uit Nederland. Enter Geert Wilders en de PVV.
In een vrij land waar de vrijheid van meningsuiting door iedereen hoog in het vaandel wordt gedragen, bestaat er de kans dat — nadat iemand zijn ongezouten mening over migranten verkondigde op Twitter — diegene de volgende dag niet meer welkom is op werk. Enerzijds is dit verantwoordelijkheid nemen voor ieders uitspraken in een publiek forum, anderzijds lijkt politieke kleur bekennen op social media en de gevolgen van dien de weg naar een nieuwe verzuiling gebaseerd op politiek ideologische gronden. Geert Wilders en zijn Partij voor de Vrijheid |van meningsuiting| worden welbeschouwd gezien als verlosser van de “onderdrukte” mening die zijn kiezers, 1 op de 5 Nederlanders, met elkaar delen. De emoties die gepaard gaan met deze verlossing is in geuren en kleuren te beleven op social media. Het is in de publieke forums dat de ongezouten mening van de “onderdrukte” Nederlander het sterkste doorkomt. Het gaat hier om de autochtone Nederlander die ervaart dat zijn of haar land wordt afgepakt door de “allochtoon”. Nochtans hoeft de beleving van de PVV-stemmer helemaal niet uit de gebruikelijke achterstandswijk te komen waar het isolement van de islamitische gemeenschap het sterkst herkenbaar is; voor mensen in dorpen met een bevolkingsgrootte van 2000 is de term “allochtoon” slechts een media verschijnsel. Deze mensen ontbreekt het vaak de culturele context van gemeenschappelijke symbioses waar steden zoals Rotterdam, Amsterdam, Den Haag, en Utrecht eigenzinnig in zijn.
Het media verschijnsel, “de allochtoon”, is een sensatie onderwerp. Daar wordt met gepaste emotie aandacht aan besteedt wat een werkelijke maatschappelijke discussie onmogelijk maakt. Neem het productieteam van Humberto Tan van RTL. Zij zetten een Telegraaf-journalist, een VVD-minister en een blanke journalist met een uitgesproken mening tegenover Marokkaanse vlogger en rapper Boef. De balans was zoek: Boef werd voor jeugdige etnische minderheden in de tafeldiscussie een analogie over hoe de blanke Nederlandse maatschappij over hen denkt. Dit stimuleerde de al diepe argwaan tussen beide kanten van de sociale discussie inzake de integratie van islamitische jongeren in Nederland. Het blijkt namelijk dat juist in de dunbevolkte gebieden waar de economie minder sterk aantrekt dan in het stedelijke gebied van de Randstad waar de perceptie van de niet-geintegreerde “Marokkaan” wordt bevestigd in de sensatiejournalistiek waar televisiezenders zich schuldig aan maken.
Waar het op neer komt is dat de politieke verdeeldheid over geografische gebieden, de balkanisering van “de Nederlandse Ervaring”, ten grondslag is voor de mate waarin het soort media impact heeft op het electoraat. Desintegratie is een term die niet alleen de mate bepaalt waarin Nieuwe Nederlanders zich van hun omgeving isoleren, maar ook hoe de culturele vooruitgang achterloopt in dunbevolkte gebieden. Maar niet alleen cultuur, ook de economische vooruitgang in Nederland blijft achter in de kleinere steden en dorpen. Net als met de uitslagen van de Brexit en Trump in 2016, komen PVV-stemmers al jaren uit minder dichtbevolkte gebieden van Nederland. Zoals geograaf de Voogd zegt in het Parool: “lopen Amsterdammers achter de feiten aan” en “moeten ze even dimmen” als het gaat om de problemen elders in het land. Het politieke manifest van progressieve vooruitgang wordt geboekt in gebieden waar jonge mensen gaan wonen voor de bedrijvigheid; dat stimuleert disproportionele economische vooruitgang in de stedelijke gebieden van de Randstad en consequent neemt daardoor de vergrijzing toe in de minder centraal gelegen dorpen. Uiteindelijk heeft dit gevolgen voor de politieke voorkeuren van het electoraat naar gelang de geografische ligging.
“Denken doe je met het hoofd, weten doe je met je hart”, zoals Stephen Colbert ooit zei. Dat is de beschrijving die de voel-feiten met zich meebrengen. We weten namelijk immers dat racistische uitspraken not done zijn, maar in hoeverre men hier elkaar op moet aanspreken is vooralsnog voor de meesten een onbekend proces; zien we aan de reactionaire beweging van extreem-rechts die tot meer politieke verdeeldheid heeft geleid. Kortom, wat Nederland nodigt heeft is niet nieuwe politici van eenzetelpartijen die weliswaar via de publiciteit hun doel promoten doch voor een versplintering zorgen binnen de uiteenlopende groepen, maar een formaat voor een zegswijze waarop onze maatschappelijke discussie gevoerd kan worden. Vooralsnog lijkt de volgende omgangsnorm gepresenteerd door de vertrekkende commander-in-chief van de Verenigde Staten President Barack Obama eentje waarvan wij in Nederland kunnen leren. Hij zei tegen Trevor Noah in een interview met The Dailyshow: “Er zijn momenten geweest gedurende mijn presidentschap dat ik op mijn tong moest bijten. Er zijn enkele momenten geweest dat ik zei: ‘dat was racistisch, je bent een racist.’ Er zijn ook momenten geweest dat ik zei: ‘Weet je, misschien heeft u niet rekening gehouden met het nalatenschap van racisme en waarom zoveel zwarte mannen worden gedetineerd. En aangezien ik weet dat u gelooft in onze Grondwet en gelooft in gerechtigheid en gelooft in vrijheid, laten we dit eens proberen.’”
Het probleem is uiteraard dat President Obama’s beleid niet meer doorgevoerd zal worden, erger, is overgedragen aan zijn tegenpool op ieder vlak, zijn nemesis, President Trump. De politieke discussie die President Obama wilde voeren heeft de VS nog verder uit elkaar gedreven en dreigt onder President Trump volledig uit de klauwen te lopen. President Trump’s desinformatie-oorlog onder leiding van voormalig tabloid online magazine oprichter Breitbart’s Steve Bannon zal de publieke opinie ten aanzien van feitelijke informatie blijven buigen naar gevoelspolitiek. In Nederland betekent dat voor Wilders de komende jaren een onuitputtelijke bron van inspiratie bovenop de belachelijkheden die sinds jaar en dag verspreid worden door de rechts-conservatieve frikandellenclub Geenstijl.
Als laatste: zolang economische achteruitgang niet aangepakt wordt in de regio’s van Nederland waar het nodig is, zullen racistische denkbeelden en extreem-rechtse politieke visies publieke opinie blijven sturen. Ons rechtse beleid wordt dan nog rechtser en de Nederlandse politiek zal nog meer versplinteren. De vrijheid van meningsuiting laat ons toe in de publieke fora ideeën uit te wisselen ter verbetering van ons maatschappelijke beleid. Wilt men de vrijheid van meningsuiting eren, dan zal men moeten leren, aan zowel de linker als rechterkant van het politieke spectrum, dat de meningen van alle Nederlanders als volwaardig gelden. Het uitwisselen van ideeën staat ten grondslag aan ons experiment van politiek zelfbestuur. Iedere andere opvatting hierover is een tirannie van de regerende partij over het te regeren publiek.